Paragraaf financiering

De paragraaf de financiering bevat de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille en geeft inzicht in de rentelasten, het renteresultaat, de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend en de financieringsbehoefte.

Treasury
Uitgangspunt voor het treasurybeleid van de gemeente Uithoorn is een actief treasurybeheer waarbij, met het oog op de publieke taak en het beheersen van mogelijke risico’s, binnen een kader van terughoudendheid en zorgvuldigheid, wordt gestreefd naar een optimaal resultaat bij het aantrekken van vreemd vermogen en het uitzetten van liquide middelen.

Interne ontwikkelingen

Financieringsbehoefte

Voor het bepalen van de financieringsbehoefte gaan we uit van de meerjaren financierings- en investeringsprognose. De financieringsbehoefte neemt op grond van deze prognose na 2020 toe door de nieuwe investeringen. Op basis van de langlopende leningen en het financieringstekort ontwikkelt de financieringsbehoefte zich de komende jaren als volgt.

We zien hier dat de financieringsbehoefte toeneemt terwijl de begrotingsomvang afneemt. In 2021 overtreft de netto schuld van de gemeente Uithoorn de jaarlijkse inkomsten. De schuldquote komt daardoor boven de norm van 100% die de raad heeft vastgesteld.

Het is mogelijk om binnen de huidige lokale norm te blijven, bijvoorbeeld door investeringen uit te stellen of door het eigen vermogen te versterken. We versterken het eigen vermogen onder andere door de heffing van precariobelasting op kabels en leidingen. Verder biedt de mogelijke verkoop van eigendommen, zoals de aandelen Eneco, een kans om het eigen vermogen te versterken, om zo binnen de lokale norm te blijven.

Administratieve organisatie en interne controle
Alle relevante processen met betrekking tot de treasurywerkzaamheden zijn beschreven en vastgesteld. Als gevolg van het schatkistbankieren zal het treasurystatuut aangepast worden.

Externe ontwikkelingen

Renteontwikkeling
De rente op de geldmarkt is historisch laag. Bij het aantrekken van korte termijn leningen (kasgeldlening) wordt nog steeds rente vergoed. De verwachting is dat op de langer termijn de rente stijgt, maar deze stijging is niet extreem. De rente op de kapitaalmarkt (kredieten langer dan een jaar) is evenals de rente op de geldmarkt laag. In 2020 zal daar waar noodzakelijk gekozen worden om langlopende geldleningen aan te trekken. Hierbij wordt uiteraard de ontwikkeling rond Eneco (zie hieronder) meegenomen worden. Met betrekking tot de geld- en kapitaalmarkt wordt, naast de eigen visie en waarneming, gebruik gemaakt van de adviezen van de sector banken en beleggers.

Precario op kabels en leidingen
De verwachte inkomsten uit Precario zijn meegenomen in deze begroting. Tot en met 2021 zijn jaarlijkse inkomsten te verwachten van € 1,5 mln. Met betrekking tot deze inkomsten willen we de nodige voorzichtigheid in acht nemen vanwege mogelijke bezwaren van netwerkbedrijven. Daarom worden de middelen opgenomen in de reserves tot er definitieve zekerheid is over de gelden. Daarmee worden stappen gezet om de financiële positie van Uithoorn te verbeteren. Doordat de gelden gereserveerd worden heeft deze post per saldo geen effect op het resultaat, maar wel op de liquiditeitspositie die mede daardoor stabiliseert.

Aandelenbezit Eneco
De mogelijke verkoop van het aandelenbezit van Eneco kan een grote verandering in het beeld geven. Uithoorn bezit 0,67% van de aandelen.

Risicobeheer

Renterisiconorm
Het doel van deze norm uit hoofde van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) is te voorkomen dat bij herfinanciering en/of renteherziening van de leningen bij (aanzienlijk) hogere rentestand grote schokken optreden in de hoogte van de rente die de gemeente moet betalen. De norm beperkt de budgettaire risico’s. De jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen mogen niet meer bedragen dan 20% van de totale lasten van de begroting.

Het renterisico op de vaste schuld wordt berekend door te bepalen welk deel van de langlopende leningen in enig jaar moet worden geherfinancierd of waar op grond van de leningvoorwaarden de rente eenzijdig door de tegenpartij kan worden herzien. De wet stelt criteria voor de berekening van het risico op de vaste schulden, zoals deze zijn vastgelegd in de definitie van de renterisiconorm. Door middel van deze norm wordt een kader gesteld waarmee een zodanige opbouw van de langlopende leningen wordt bereikt, dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt.

Modelstaat B (bedragen x 1000)

Variabelen renterisiconorm

2020

2021

2022

2023

2024

1

Renteherzieningen

0

0

0

0

0

2

Betaalde aflossingen vaste schuld

4.619

4.619

4.619

4.619

4.619

3

Renterisico op vaste schuld (1+2)

4.619

4.619

4.619

4.619

4.619

4a

Begrotingstotaal 2020

69.814

69.072

70.735

67.021

67.189

4b

Bij ministeriele regeling vastgesteld percentage

20,00%

20,00%

20,00%

20,00%

20,00%

4

Renterisiconorm

13.963

13.814

14.147

13.404

13.438

5a

Ruimte onder renterisiconorm (4-3)

9.344

9.195

9.528

8.785

8.819

Kasgeldlimiet
Het renterisico op korte termijn financiering (leningen met een looptijd korter dan één jaar) wordt in beeld gebracht via de kasgeldlimiet. Deze stelt beperkingen aan financiering van uitgaven met korte termijn leningen. Op basis van de Wet fido bedraagt de kasgeldlimiet voor 2020 8,5% over de omvang van de begroting. Door de lagere begrotingsomvang daalt ook de kasgeldlimiet. Voor 2020 is de kasgeldlimiet afgerond € 6 miljoen (8,5% x € 70 miljoen). Indien twee opeenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet overschreden wordt, merkt de toezichthouder dit aan als structureel. In dat geval verplicht de toezichthouder de gemeente maatregelen te treffen om de overschrijding teniet te doen.

De financieringsbehoefte wordt voor een deel gedekt door langlopende geldleningen. Daar waar mogelijk wordt kort geleend. Voor alsnog wordt niet verwacht dat de kasgeldlimiet wordt overschreden. Waar dit mogelijk het geval dreigt te worden overwegen we om ontheffing te vragen bij de provincie, of zal een lening aangetrokken worden langer dan een jaar, zoveel mogelijk aansluitend bij de geprognosticeerde liquiditeit.

(Meerjarige) rente-ontwikkelingen en afdekken van renterisico’s
De verwachting is dat ook de komende jaren geprofiteerd kan worden van de historisch lage rente op de geld- en kapitaalmarkt. Hierdoor is het mogelijk om met name voor de korte financiering kort geld aan te trekken.

De rentelasten en -baten verbonden aan de financieringsfunctie

In onderstaand schema is het renteresultaat voor 2020 en verder in beeld gebracht. Met ingang van 2018 is dit volgens het nieuwe BBV (Depla) een verplicht schema binnen de paragraaf Financiering.

Renteschema

2021

2022

2023

2024

a

De externe rentelasten over de korte en lange financiering

1.893

1.778

1.663

1.549

b

-/- De externe rentebaten

81

86

92

74

Saldo rentelasten en rentebaten

1.812

1.692

1.571

1.475

c1

De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

3

42

58

0

c2

-/- de rente projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden doorberekend

0

0

0

0

c3

De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (= projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

0

0

0

0

saldo

3

42

58

0

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

1.809

1.650

1.513

1.475

d1

Rente over eigen vermogen

813

813

813

813

d2

Rente over voorzieningen

122

122

122

122

Totaal geraamde aan taakvelden toe te rekenen rente

2.744

2.585

2.448

2.410

e

De aan de taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

2.829

3.140

3.284

3.233

f

Rente resultaat op het taakveld Treasury

-85

-555

-836

-823

Stel uw document zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd

Direct downloaden


Volledige pdf